In Nederland leven een heleboel katten. Ruim één op de vijf families heeft één of meerdere katten thuis. Katten zijn populaire huisdieren. De huiskat stamt af van de Afrikaanse wilde kat. Een mannetjeskat noemen we een kater en een kater leeft gemiddeld 13 tot 15 jaar. Een vrouwtjeskat noemen we een poes, een poes wordt meestal 2 jaar ouder dan een kater. Babykatjes noemen we kittens.
Katten moeten jaarlijks naar de dierenarts. De dierenarts kijkt dan naar het gewicht van de kat, de oren, het gebit, het hart en andere gezondheidskenmerken. Katten die buiten komen, hebben vaker last van vlooien en daarom moeten katten ook regelmatig ontvlooid (en ontwormd) worden. De dierenarts geeft hier altijd advies over. Katteneigenaren doen er goed aan hun kat te laten chippen. De dierenarts plaatst de chip, die zo groot is als een rijstkorrel, in het lijf. Die handeling is zo gedaan en de kat voelt daar bijna niets van. In die chip staan de naam en het adres van de kat. Met een speciaal afleesapparaat kan men deze katgegevens achterhalen. Handig voor als baasjes hun kat kwijt zijn of als de kat verdwaald is. Zo kan de kat makkelijk worden teruggebracht naar zijn baasje. Een kat chippen is snel gebeurd en de kat voelt daar bijna niets van.
Voor katten heb je ook allemaal spullen nodig, zoals een kattenbak, voer en drinkbakjes, speeltjes, voer, een mandje en voor sommige katten een kam. Je hebt een kam nodig als je een langharige kat hebt. Vaak moet je hem dan elke dag kammen. Andere katten kunnen hun eigen vacht verzorgen. Een kat in huis doet zijn behoeften op de kattenbak. Hij heeft van zijn moeder geleerd hoe de kattenbak werkt.Een kat die in een nieuw huis komt, heeft even de tijd nodig om zich thuis te voelen. Om die reden wordt er aangeraden een kat in elk geval zes weken binnen te houden. Anders komt hij misschien niet meer thuis. Sommige katten komen helemaal niet buiten, dat zijn binnenkatten. Als de baas op vakantie gaat, moet iemand anders voor de kat zorgen. Daar kunnen bijvoorbeeld de buren of een dierenpension (soort hotel voor dieren) bij helpen. De kat blijft het liefste thuis, want in zijn eigen omgeving voelt hij zich het prettigst. Katten zijn vleeseters. Ze eten vooral vlees en vis. Huiskatten eten over het algemeen brokjes en kattenvoer uit blik. Brokjes zijn goed voor hun tanden. Katten die af en toe extra verwend worden, krijgen ook kattensnoepjes. Goed drinken is voor een kat belangrijk, er moet daarom altijd vers drinkwater staan. Het is niet goed om rauw vlees of rauwe vis aan katten te geven. Ze kunnen hier ziek van worden. Gewone koemelk is ook niet goed voor katten. Daar krijgen ze diarree van. Maar speciale kattenmelk vinden veel katten heerlijk.
Een kat leer je geen kunstjes zoals een hond.
Je kunt ze niet leren zitten of liggen op commando. Een kat kan wel leren wat wel en wat niet mag, zoals: geen planten opeten, niet in de gordijnen klimmen of aan de vloerbedekking krabben. Katten kunnen hun nagels scherp houden aan een krabpaal. Dat mag wel. Een kat kun je heel goed leren wat wel en wat niet mag.
Aan de oren van een kat kun je aflezen hoe hij zich voelt.
Wanneer een kat zijn oren opsteekt, let hij op. Als hij zijn oren naar achteren draait, is hij geërgerd en als hij zijn oren in zijn nek legt, is hij bang. Ook aan de stand van zijn staart kun je zien hoe de kat zich voelt. Als de kat zijn staart overeind houdt, groet hij andere katten of mensen. Als de kat zijn staart iets omlaag houdt is hij tevreden en ontspannen. Als een kat bang is, hangt zijn staart naar beneden. De staart is heel belangrijk voor een kat, hiermee houdt hij zichzelf in evenwicht bij het klimmen en springen. Katten vinden het vaak niet prettig om aangestaard te worden. Ze zien dit als een bedreiging. Knipperen met de ogen helpt daartegen.
Per jaar komen er tienduizenden katten in de dierenasielen terecht. De katten worden goed verzorgd, maar het liefst willen ze natuurlijk een eigen thuis. In het dierenasiel zijn verschillende soorten katten te vinden. Oude of jonge katten, langharige of kortharige katten, binnen- of buitenkatten, katten die samen met honden kunnen of katten die juist een hekel aan honden hebben en noem maar op. Iedere kat heeft zijn eigen karakter. De ene kat is aanhankelijk en zit graag op de schoot en de andere kat beleeft liever avonturen en haalt graag kattenkwaad uit. De Dierenbescherming beschikt over meer dan dertig dierenasielen. Katten die in de Dierenbeschermingsasielen verblijven zijn te vinden op www.ikzoekbaas.nl.
...katten per jaar wel twee nestjes kittens krijgen kunnen krijgen. Daardoor bestaan er veel zwerfkatten en zitten de dierenasielen jaarlijks overvol. Het is dus slim een kat op tijd te laten steriliseren en castreren.
...sommige mensen die aan de voet van de Etna (vulkaan in Italië) wonen, hebben een kat om te waarschuwen als er een vulkaanuitbarsting op komst is.
...een kat merkt hoe het baasje zich voelt. Als je zenuwachtig bent, voelt en ruikt de kat dit en kan hij zelf ook in paniek raken.
...in Engeland een zwarte kat geluk en een witte kat ongeluk brengt.
...het tam maken van de wilde kat waarschijnlijk 4000 jaar geleden plaats vond.
...als een kat eet, hij zijn snorharen naar achteren houdt. Zo worden ze niet vies.
...katten kunnen dromen.
